In mei van het jaar 2015 besloten mijn vriendin en ik om ons een woonst aan te schaffen in het pittoreske Schaarbeek. Dankzij het werk van m’n compagnonne, en dankzij de invloed van de automobiellobby op de regering, beschikken wij over één salariswagen. Gezien parkeerplaats vinden in Schaarbeek ongeveer even eenvoudig is als schaamluis ontdekken in Pierluigi Collina’s slipje, besloten we dat die woonst moest beschikken over een garage. Kwestie dat wanneer het ros de stal geroken heeft, hij van het hooi wil gaan vreten zonder al te veel poespas, je kent dat wel.
De buren zijn helaas een andere mening toegedaan en geloven duidelijk niet in concepten als “parkeerplaats voorbehouden voor gehandicapten” of “uitritten van huizen die niet de mijne zijn vrijhouden” of “de openbare baan is geen werkplaats waar je het chassisnummer van je vreemd gedeukte BMW op het gemak kunt zitten afvijlen”. Op den duur erg vervelend, dus wat doe je dan? Juist ja, de stinkende wind van de onvrede richting het gemeentehuis blazen met behulp van een briefje. Als we daar al niet meer met onze grieven terecht kunnen, waar dan nog wel? Via een webform op hun site kon ik m’n ei kwijt, maar daar mocht ik na een week ongeduldig wachten nog geen antwoord op ontvangen. “Werklust” en “gemeentepersoneel” zijn dan ook antoniemen van het zuiverste water.
Ziehier mijn eerste reminder. Velen zullen ongetwijfeld volgen, want ik vrees dat deze intussen ook al verloren is gegaan:
Vol verwachting klopt mijn hart!
3 gedachtes over “… en al de rest is parking (1)”