Beter goed gepikt dan slecht zelf verzonnen, moeten ze bij VIER gedacht hebben, en plets, Blind gekocht zag het levenslicht. Het concept is breed genomen hetzelfde als dat van Blind getrouwd, maar dan zonder pseudowetenschappelijke windowdressing. Men goochelt wat met moodboards en nietszeggende ‘Nest’-termen zoals outside-in, hetgeen trouwens niets te maken heeft met een aambei die zich terugtrekt dan wel met het zicht op ‘den hof’, en patat, een levensbepalende beslissing wordt voor u gemaakt. Op kosten van de kandidaat, dat spreekt. Het enige verschil met eerdergenoemd VTM-programma is dat er hier wel wordt geneukt. En hard.
Verleiders van dienst zijn Béa en Bart. Béa, qua uiterlijk de reïncarnatie van Lydia ‘Protput’ Protut, is makelaarster. Dat je daar niet bijzonder getalenteerd voor moet zijn, weet iedereen die ooit een makelaar(ster) ontmoette, maar Béa heeft wél de X-factor. Vlaanderens lelijkste krochten vliegen bij haar over de toonbank als waren het cyanidepillen in Nürenberg. Een leien dak waar meer mos op ligt dan op de achterste kiezen van Gerolf Annemans? Geen probleem! Een kruipkot vochtiger dan koningin Fabiola op audiëntie bij de paus? Vendu! Wat helpt, is uiteraard het feit dat de kandidaten nul inspraak hebben, maar goed, je moet het toch maar doen.
En dan heb je Bart. Bart, die wil bewijzen dat zelfs opgekuist Limburgs erger kan, dus er nog eens een verwijfde saus oplegt zo dik dat de neus mijner verbeelding zich op een bepaald ogenblik gewaarwerd van de kruidige mix van steenkool, speculoos en stomende herenliefde. Bart, die zich de haren uit de kop denkt over jouw interieur, maar ondertussen wel rondloopt in blazertjes waarvan tweedeklassevoetballers zeggen “goh, niet echt stijlvol”. Bart, die het als persoonlijke missie heeft opgevat om de witte verfindustrie eigenhandig naar nieuwe hoogtes te douwen en elk huis in Vlaanderen wil omtoveren tot de etalage van een dorpswinkel ‘die ook vanalles doen met interieur’. Ik kan pagina’s schrijven over Bart, doch ik zal het niet doen. De man doet ook maar z’n best.
Enfin, deze infernale tandem ploegt zich een weg doorheen de spaarrekening van een aantal grand cru’s die, wat mij betreft, net op tijd geserveerd worden. Zo heb je Kim en Cedric met hun oneindige liefde voor Londerzeel en het aanbrengen van mascara met een verfroller. Of ze het Mekka aan de A12 niet willen verlaten om, zo’n 500 meter verder, meer pand voor hun geld te krijgen? Vanzelevenniet! Tot ze natuurlijk geconfronteerd worden met wat Béa uit de immodoos van Pandora tevoorschijn tovert. Zilte tranen. “Is dit het beste dat ze met ons budget kunnen vinden?”, vraagt Kim retorisch. Daar gaat hun nalatenschap voor de kinderen – die overigens de bui al voelen hangen en een Oscar verdienen in de categorie ‘beteuterd kijken’. Nu ja, papa Cedric moet geen 500 meter extra overbruggen tot aan café Sport, en dat heeft ook z’n prijs.
Of Anton en Roxane, een zelfverklaard “chill koppel” met een permanent van razernij bonzende slagader op het voorhoofd. Anton en Roxane hebben geen idee hoe je de zaken moet omschrijven, dus komen ze maar lekker aankakken met “doe ons maar Villa Kakelbont”. Weten zij veel dat dat Zweeds is voor ‘de achterlijkste fermette die je maar vinden kan’. Wie wist dat wel? Béa. Designer Bart kon natuurlijk niet achterblijven. Spoorslags besloot hij een paardenkop op te hangen in de living en de onderste verdieping witter te maken dan de brokken in Hot Marijke’s postorderslipjes. Beetje sneu, maar voor den boven was het geld op. Papegaailampen en gouden kranen overal alsof ze ermee naar je kop smijten, dat wel, maar de andere helft van het huis afmaken, ho maar! Gelukkig was Roxane danig in de wolken met haar nieuwe bureau dat het haar allemaal niet veel meer uitmaakte. Twee schragen, een plank en een hoop mensen die dachten dat dit wel eens een goed idee kon zijn, maar zich schromelijk vergisten. Prachtige televisie.